Wetenschappelijke naam: | Rutilus rutilus | Engelse naam: | Roach |
Duitse naam: | Pl�tze, Rotauge | Maximum lengte: | Tot circa 45 cm |
Maximum gewicht: | Tot circa 2,5 kg | Minimum maat: | Geen |
Gesloten tijd: | Geen |
Voedsel en aassoorten
De blankvoorn voedt zich voornamelijk met slakjes, insecten en ander klein, dierlijk spul wat in het water leeft. Soms zal hij ook plantendelen op het menu hebben. Als aas wordt zonder twijfel in ons land het meest de made gebruikt. Daarnaast zijn er erg veel alternatieven, die beslist ook goed zijn. Om er een paar te noemen: (kleine) wormen, brood, deeg, casters (verpopte maden) etc. Een aparte vermelding verdient hier hennepzaden. Dit aas werkt prima, maar in veel gevallen helpt het erg goed als er eerst een tijdje vooraf mee gevoerd is om de vis er aan te wennen.
Vangtechnieken
Je kunt op allerlei verschillende manieren op blankvoorn vissen. De meest bekende twee zijn die met de vaste hengel en de feederhengel/winkle picker. Daarnaast is het ook met de matchhengel prima voornvissen. Ook met de vliegenhengel kun je, vooral in het voorjaar op onze rivieren, goed zaken doen.
Goede stekken
Van de volgende wateren is proefondervindelijk vastgesteld dat er grote blankvoorn zit. Dat houdt natuurlijk niet in dat er elders geen grote blankvoorn voor komt, maar van onderstaande wateren zijn ons concrete vangsten van grote exemplaren bekend.
IJssel, Vecht en Zwarte Water, Milligenplas (rond 40 cm).