Wetenschappelijke naam: | Perca Fluviatilis | Engelse naam: | Perch |
Duitse naam: | Barsch | Maximum lengte: | Tot circa 55 cm |
Maximum gewicht: | Tot circa 5 kg | Minimum maat: | 22 cm |
Gesloten tijd: | 1 april tot eind mei |
Voedsel en aassoorten
Tot zo´n 15 centimeter lengte voedt een baars zich met kleinere organismen, larven etc. Boven die lengte schakelt hij over op dierlijk voedsel, wat vooral uit vis zal bestaan. Als aas voor de baarsvisserij zijn wormen bekend en zeer goed bruikbaar. Voor de echt grote exemplaren voldoet een stukje vis of een heel (dood) visje uitstekend. Ook kunstaas in alle bekende vormen is prima geschikt om als aas voor baars te worden gebruikt.
Vangtechnieken
De oudste techniek om op baars te vissen wordt nog steeds in de kop van Noord Holland toegepast. Het gaat hier om de visserij met kleine, rood-witte drijvertjes, een korte, vaste hengel en een worm als aas. Het zogenaamde peuteren op baars. Meer modern is het om op baars te vissen met kunstaas. Spinners, lepels, kleinere plugjes en allerhande plastic aas zoals twisters en shads voldoen uitstekend. Je kunt deze aassoorten werpend vanaf de kant gebruiken en natuurlijk vanuit een boot. Vanuit de boot heb je dan nog de extra mogelijkheid om verticaal vissend met plastic kunstaas te vissen en trollend te vissen met de diverse aassoorten. Natuurlijk is het vissen met de worm nog altijd een prima techniek om baars mee te verlijden.
Goede stekken rond Zwolle
Van de volgende wateren is proefondervindelijk vastgesteld dat er grove baars zit. Dat houdt natuurlijk niet in dat er elders geen grote baars voor komt, maar van onderstaande wateren zijn ons concrete vangsten van grote exemplaren bekend.
Polder Salland (47 cm), IJssel, Vecht en Zwarte Water, Milligenplas (rond 50 cm).