Dat was hem alweer, onze trip naar Langeland.
We begonnen vorige week zaterdag zo hoopgevend. Op het fjord, waar we ieder jaar starten met vissen, vingen we gelijk negen zeeforellen in tweeënhalf uur vissen! Geen groten weliswaar, maar toch! Er zaten een paar veertigers tussen. Alleen Auke en ik konden geen vis haken.
Dick had er drie aan een roze fluor-garnaal. Hein ving er twee aan de pattegrisen en aan de borstelworm, Evert twee aan de pattegrisen en Arno één aan ook een roze garnaal.
Die middag zijn we doorgereden naar Langeland en hebben ons huisje betrokken. Een prachtig huis, net gelegen achter de duinen. Het strand bij ons huisje zag er helaas niet echt interessant uit voor zeeforel.
Zondag en maandag hebben we naar gelang de wind, zes prachtige stekken bevist. Kilometers mooie bodem en glashelder water afgevist, maar zonder succes. Alleen Arno heeft één vis verspeeld. We kwamen heel veel spinvissers tegen en een enkele vliegvisser. Maar zelfs die hebben we niets zien vangen. Dan zit de zeeforel gewoon niet aan de kant.
Het was inmiddels stralend weer geworden met veel zon en weinig wind. Beslist geen goede omstandigheden voor de zeeforel. Dick z’n zonnebrandcrème vond bij ons gretig aftrek.
Wij waren het blanken even helemaal zat en besloten dinsdag naar Toro op Fünen te tuffen. Daar weten we meestal wel een visje te vangen. Dick viste de wierbedden af en ving aan een grijze garnaal met uv-dubbing twee dertigers. Ook verspeelde hij er nog één. Een bruinvis verkoos de wierbedden van Dick als zwemroute. Weg vis, maar het was wel een mooi gezicht.
Ikzelf was eindelijk van die gehate nul af. Ik mocht een veertiger aan de pattegrisen vangen.
Ook Arno ving een kleintje aan de pattegrisen. Evert had minder geluk, hij had een losschieter en een lijnbreuk. Die laatste was een grote vis, Evert had hem gezien.
Bij het terugwaden door een geul, kwam er een beste zeeforel volledig uit het water, terwijl die zelfde geul al door twee man was afgevist.
Na het eten wilden we nog een stek bij Faaborg bevissen, maar de keiharde wind gooide roet in het eten. Hier viel niet tegen in te gooien. We hebben nog wel op een stek gevist die wat meer in de luwte lag, maar hier geen succes.
Woensdag was een weer een warme dag. We gingen naar Ristinge Klint, ook weer zo’n mooie stek. Er waren een stuk of zes spinvissers aan het vissen. Één van hen had een zeeforel aan de riem hangen.
Na zo’n uurtje vissen besloot ik om helemaal naar achteren te lopen. Er was hier geen visser meer te bekennen. Wat een rust. Alleen het geluid van zwaluwen en een paar zwanen verderop op zee. Er vlogen honderden zwaluwen rond die hun nesten in de kliffen hadden.
Foto 8
Gelukkig had ik mijn waadstok meegenomen. Eigenlijk kun je niet zonder op bepaalde stekken. Heerlijk zo in het koele water. Wachten op een aanbeet. Eindelijk loopt de lijn strak en lijkt het of de vlieg vastloopt. Yes! De eerste zeeforel van Langeland! Hij was maar 38 cm, maar ik was er blij mee. Ik ving hem aan de bovenste vlieg, de kobberbassen.
’s Avonds na het eten hebben we nog een paar uur op dezelfde locatie gevist en genoten van een prachtige zonsondergang. Helaas zonder aanbeten.
Donderdag was weer een warme dag. Gezien de westenwind kozen we voor een paar stekken aan de oostkust. De eerste stek van de dag leverde niks op, buiten twee volgers op Evert zijn vliegen. In de verte waren een stel bruinvissen aan het jagen.
De tweede stek, Snode Ore was een mooi rif met mosselbanken en grote stenen. Het was wel een eind lopen, maar hoe verder lopen, hoe minder vissers moet je maar denken. Het was inderdaad rustig op de stek. In de verte zagen we weer bruinvissen zwemmen. Arno kreeg een paar tikken op zijn vlieg, waarschijnlijk gepen. Ja hoor, af en toe lieten ze zich zien door te ‘borrelen’ aan de oppervlakte. Toen de gepen een beetje onder werpafstand kwamen, heb ik er een klein wit streamertje aangezet. De Solvraeven, een zeeforelstreamertje van vossenhaar. Na een paar voorzichtige aanbeten gemist te hebben, bleef er toch één hangen. Even twijfelde ik nog. Toch zeeforel? Hij vocht steviger dan ik verwachtte. Best mooie vissen, die gepen. Deze had een mooie groene rug. Mijn eerste geep op de vlieg! Toch een klein succesje op deze warme dag. Verder heeft niemand iets gevangen.
Vrijdag alweer, de laatste dag. ’s Middags zouden we terugrijden naar Nederland, maar eerst nog een paar uur vissen. Toro betekende nog eens een extra honderd kilometer rijden, (en we hadden al 700 kilometer voor de boeg) dus kozen we voor Kolding, wat redelijk op de route lag.
Hein sloot de week super af en ving zes zeeforelle(tjes) en een geep (natuurlijk) aan de pattegrisen. Evert, Arno en ik hadden er alle drie één, ook geen groten. Opvallend genoeg allemaal bij de eerste worpen.
Verder was het de week van de pechgevalletjes. Arno, Evert en ik hadden een lek in onze ademende pakken. Dick had zijn neopreen lek en heeft een nieuwe gekocht bij Jesper in Fredericia. Ik heb daar meteen maar een nieuwe thermosfles gekocht, want de ouwe was net zo warm aan de buitenkant als aan de binnenkant.
Auke zijn hengel was gebroken toen de skiboxdeksel door de harde wind uit de beugel klapte en op zijn hengel belandde die er achter stond. Ook zijn reel liep niet zo lekker en bij het los halen van de spoel…’’ploep’’, tandwiel in het water. Nou moe?
Zijn linebasket werd hem iets te enthousiast toegeworpen door een collega-visser en kwam met een harde klap op de parkeerplaats terecht. Je raad het al, een dikke barst er in…
Ook zijn glaslijn was beschadigd, toen hij zonder linebasket vast kwam te zitten tussen de stenen.
Het glas van mijn zonnebril ligt nu ook ergens op de bodem van het fjord.
Ondanks alles was het toch weer een heerlijk weekje vissen. We vingen totaal drieëntwintig zeeforellen en twee gepen. Onze vangsten op Langeland waren bedroevend slecht. Dit kwam hoogstwaarschijnlijk door het warme weer. Of we kunnen gewoon niet vissen, dat kan natuurlijk ook, haha. Volgende keer misschien weer wat beter met wat grotere vissen als het kan.