Ontwikkelingshulp, iedereen heeft er wel een mening over. Onmiddellijk stoppen zegt de een, stoppen of verminderen, onverantwoordelijk zegt een ander. Ook gaan er nogal wat stemmen op die hulp in natura de oplossing vinden, dus waterpompen of tractoren sturen in plaat van geld. Henk en Eric van Beek, vader en zoon uit Enschede zijn blijkbaar een voorstander van dit laatste model gezien hun ervaring recent in Denemarken. Henk en Eric vissen al een aantal jaren met de boot op de Kleine Belt, een visrijk water tussen het vaste land van Denemarken en het eiland Funen en er gebeurd altijd wel iets bijzonders. Een loodsboot met een huizenhoge hekgolf die je bijna doet omslaan. Windkracht 6 die binnen een uur naar 9 klimt of een grote school bruinvissen die er verantwoordelijk voor zijn dat je geen staart meer vangt. Ook heel bijzonder, een zeehond die boven water komt met en kleine gul in zijn bek en die gul zit toevallig aan jouw lijn. Dit voorjaar weer eens iets anders.......ONTWIKKELINGSHULP....!
".....Mister...mister.....sir....hallo....mie fisj...". Half over de railing, op zeker 8 meter hoog deed een Russische zeeman (een rus herken je onmiddellijk aan zijn uiterlijk) zijn best om met ons in contact te komen. Een paar uur eerder hadden we hem al vanaf het schip zien vissen. Toen we dichterbij gekomen waren zagen we tot onze verbazing dat hij niet met nylon maar met touw viste. Hij viste met dun touw waaraan een pilker geknoopt was. Wat heet pilker?? Een brok oud roest waar je een visboot mee kunt ankeren, een beetje kabeljauw zou zich dood schamen om dat schroot te grijpen.
We hadden, toen we onder de nieuwe brug bij Middelfart door vaarden al door de verrekijker gezien dat er een joekel van een schip voor de kade van Fredericia lag. Half voor de kade en een stuk voor de Shell, de Russische vlag wapperde voluit op het achterdek. Balen dus, een pracht stek naar de knoppen (dachten we tenminste). Dat er rook uit de schoorsteen kwam maakte op ons weinig indruk. Dit soort oceaanstomers rookt altijd en helemaal als ze uit het Oostblok komen. Alleen een dikke zwarte kwalm uit de pijp en een diep gebrom uit de ingewanden van het schip maakt ons vrolijk....het vertrek is ophanden en de stek komt weer vrij. We hadden besloten om opnieuw voor Fredericia te gaan vissen na goed gevangen te hebben de vorige dag. Het laden of lossen van een schip brengt ons dan niet snel op andere gedachten. Gelukkig maar sportvrienden want vanaf de eerste minuut vingen we vis! Mooie dikke gul en maatse wijting. Alleen de door ons gehanteerde vismethode verdiende geen schoonheidsprijs. Onze sads met 80 gram loodkoppen, wierpen we tegen de romp van het schip aan waarna ze snel zonken naar zo'n met of tien. De stroming zoog als het ware de sad onder het schip, even een paar meter laten gaan, iets tegenhouden en dan een felle tik, weer een gul.
Natuurlijk hadden we de nodige missers en er bleven nogal wat sads achter op de bodem (kassa) maar die felle tik op je topeind geeft je toch wel een kick. Een mooi uitzicht was het evenmin. Op een paar meter voor onze boot reist loodrecht de stalen scheepswand omhoog. Even weer terug naar het begin van dit verhaal. De vissende zeeman, misschien wel gelokt door het tikken van de sads tegen de scheepswand, had ons al een tijdje vanuit zijn hoge positie gadegeslagen en zag dat we met enige regelmaat dikke gul aan boord takelden. "..Mi fisj..?." Of hij was de kok of hij wilde een bruine arm halen bij de kok, in elk geval heeft hij ongetwijfeld wat kwijl om zijn lippen gehad toe hij onze buit in de boot zag liggen.
Wij zijn TUKKERS ( weet je wel...van FC Twente..) en Tukkers kunnen wel iets missen. Een kleine moeite om hem in onze buit te laten delen. We kozen toch liever voor een sympathiekere manier van ontwikkelingshulp. Met kreten en gebaren (Wie Dutch...no no, no Germanie) lukte het ons hem duidelijk te maken dat hij het vistouw met de pilker in onze boot moest laten zaken. We grepen een paar keermis en knalden een keer loeihard op de scheepswand, de stroomsterkte op de Kleine Belt kent geen genade voor een stuurloze visboot maar uiteindelijk hadden we touw te pakken. In een plastic tas stopten we vijf knalrode sads die we met secondenlijm hadden vastgelijmd op 80 grams loodkoppen. Een sad hadden we met een speldwartel vastgemaakt aan een rolletje nylon van zestig honderdste. Een ruk aan het touw en Iwan (het kind moet toch een naam hebben), hees hij de handel omhoog. Hij zal ongetwijfeld de buit uit de plastic zak gehaald hebben en toen verdween hij voor een halve minuut. Trots liet hij ons zien dat hij zoiets als een schroevendraaier door het gat in het rolletje had gestoken. De sad suisde naar beneden een plons en Iwan viste onder "zijn"schip.
Het lijkt waarachtig wel op een Deens vissprookje van Andersen maar nog geen minuut later, we waren zeker al zo'n dertig meter bij hem vandaan gedreven, klonk een schreeuw die zeker op de hele Kleine Belt gehoord moet zijn geweest. Trots als de tsaar van Rusland takelde hij een gul,wat heet gul......een KABELJAUW omhoog. Van een afstand maar moeilijk te schatten maar hij moet zeker groter geweest zijn dan 90 cm. Eerlijk sportvrienden, van dit formaat hadden we in al die dagen niet 1 exemplaar in zo onze boot gekregen. Onze grootste was 83 cm ook niet gek toch? Hij blij en de bemanning blij met verse vis op tafel. Wij natuurlijk ook blij, voor ons was dit immers de meest optimale form van ontwikkelingshulp geweest.
Of hij nog meer gevangen heeft hebben we helaas niet meegekregen.De stroming was zo krachtig geworden dat we het vissen wel konden vergeten. Binnen een paar minuten dreven we langs "De Groene Man"richting Strib. Een mooie bakzooi gul en wijting iemand echt blij gemaakt en nog mooi weer op de koop toe Half september 2012 zijn we weer op de Kleine Belt. Het zal mij benieuwen wat ons dan weer te wachten staat. De Kleine Belt In Denemarken het blijft leuk en met een beetje mazzel vang je nog vis ook.
Met sportgroeten en wie weet....mogelijk tot ziens,
HENK.