Snoekvissen in Ierland; Één van de verschillende methoden

13-03-2014 | Artikelen | Buitenland | Schrijver: Greg Latour
SAM_0094Na een aantal van jullie toegewijde SNB leden ontmoet te hebben op de visbeurs in Utrecht, maak ik graag van de gelegenheid gebruik om verslag te doen van snoekvissen in Ierland in het algemeen en van één van de methoden om van die krachtige, fors vechtende Ierse snoeken te vangen in het bijzonder. Roofvissen in Ierland is totaal anders dan hoe jullie Nederlands water bevissen. Dit komt voornamelijk door de diepte van het water in Ierland, dat niet alleen veel dieper kan zijn, maar dat ook sterk varieert qua diepte. Lough Allua bijvoorbeeld, een merensysteem van 10 kilometer lang en enkel een paar honderd meter breed in het mooie County Cork, heeft een maximale diepte van 32 meter. Vissers vragen me vaak naar de gemiddelde diepte. En hoewel ik op dit meer al meer dan 25 jaar vis, kan ik geen goed antwoord geven. De bodem van het meer weerspiegelt de omgeving: er zijn bergen en dalen, hobbels, diepe gaten en hellingen. Er is gen gebied van 10 vierkante meter dat dezelfde diepte heeft. Het is misschien drie meter diep waar je je boot ankert en onder je hengeltop kan het wel 12 meter zijn. Er is gewoon niet zoiets als gemiddelde diepte. Dit is natuurlijk de perfecte habitat voor snoek: een gemakkelijk terrein om te jagen - lui verscholen liggen wachten tot de prooi boven z'n kop voorbij komt.

Vissen met twee hengels is toegestaan in Ierland. De meeste Ierse snoekvissers, die in de zomer zeevissers zijn, strekken hun benen aan de kust en vissen daar met twee hengels op makreel of 'smelt', omdat olieachtige en stinkende zeevissen snoek favorieten in de winter zijn. Ze vangen die daar dus om ze voor snoek later in te kunnen zetten.

Maar de tijden veranderen. Veel vissers stappen over op methoden als vliegvissen, 'jerken' en 'jiggen' op snoek, terwijl de hengel die als tweede hengel wordt ingezet nog steeds wordt gebruikt voor het bodemvissen met lood en een (stuk) zeevis als aas.

Een steeds populairdere methode is op dit moment 'trollen' vanuit de boot, waar ik hier graag aandacht aan wil besteden.

 

Trollen biedt sportvissers het voordeel een groter gebied te kunnen bestrijken. Heel nuttig voor de uitgestrekte Ierse meren en in het bijzonder wanneer je het water dat je bevist nog niet zo goed kent. Eén ding is hetzelfde zowel in Nederland als Ierland: 90 % van de snoeken zitten hooguit in 10 % van het water.

 

Ik heb zojuist de enorme oneffen bodemstructuur van de meeste Ierse meren genoemd. Trollen op zulk water 'schreeuwt' dus om een dieptemeter om de veelbelovende 'drop offs' te vinden. En ook om hobbels en heuvels te ontwijken door je hengel op te tillen of van koers te veranderen.

Wanneer de paai van de snoek  op z'n eind loopt, wat doorgaans eind april het geval is, kunnen de meeste snoeken aangetroffen worden in water van één of twee meter diep. Ook in de Ierse zomer kun je snoek vinden in ondiep water. Dit is niet mijn favoriete periode om te trollen. Trollen wordt pas succesvoller vanaf september wanneer de vis dieper gaat.

Zodra je snoek ziet op vijf meter diep of dieper, worden grote Swimbaits en Softbaits van 25 cm plus mijn favorieten.

Gedurende het hele jaar is de belangrijkste factor de afstand waarop je aas je boot volgt. Ik begrijp dat Nederlandse snoeken niet zo benauwd zijn en gespecialiseerd zijn in het volgen van lange rijen boten en andere 'watervoertuigen'. Kennelijk speculerend een feestmaal te krijgen net achter de boten van kleine vissen die tijdelijk gedesoriënteerd zijn door motorschroeven. Dit is compleet anders dan in Ierland. Ierse vis is over het algemeen niet gewend aan zoveel verkeer en geluid op het water. De conclusie is: zorg voor een grotere afstand tussen je boot en het aas die je door het water trekt. Gebruik een nylon lijn, wat de meeste sportvissers nog altijd doen. Je bent wel beperkt tot een trol-afstand van 20 tot 25 meter. Niet ideaal, maar toch goed te doen. Bij voorkeur zouden snoekvissers gevlochten lijn moeten gebruiken bij het trollen, dat je een afstand tot je aas geeft van 30 tot 45 meter achter de boot. Er zit bijna geen rek in een gevlochten lijn, terwijl een lang stuk nylon-lijn reageert als een elastiek. Dit maakt het haken van  een snoek op een grote afstand bijna onmogelijk. Terwijl snoeken die het aas aanvallen zichzelf vaak haken, maakt een gevlochten lijn het herkennen van een aanbeet veel makkelijker. Gebruik je grote Swim- of Softbaits, zal snoek soms je aas missen. Het is belangrijk dit te voelen en te reageren door je hengel snel in een positie te brengen parallel aan je boot. Zo geef je de snoek een tweede kans, wat vaak eindigt in een gehaakte snoek, omdat rubber shads door hun samenstelling zacht zijn en de snoek niet onmiddellijk het idee geven dat ze een 'nepper' te pakken hebben, zoals het geval is met een lure van hard plastic. Als je toch nog een groot aantal niet-geslaagde aanvallen krijgt, is dit mogelijk te danken aan hoe je je haak bevestigd hebt. De meeste snoekvissers zijn op de hoogte hoe belangrijk de achterste dreg op het tweede deel van je aas is, de 'stinger hook' genaamd. De meerderheid van al die extra haken zijn er niet perfect op geplaatst. De makkelijkste manier zou zijn om enkel één haak van de dreg in de softbait te steken. Ik kan het aantal gemiste aanvallen enorm verkleinen door de tweede dreg te plaatsen richting de inplant van de staart op een vrijelijk bewegende manier. Voor dit doel verbind ik een extra splitring aan de tweede dreg waaraan ik een stalen draad monteer, lang genoeg om de staart te bereiken. Dan pak je een stevige draad knip tang en knipt daarmee een langstelige haak bij de bocht af en schuif deze op de stalen onderlijn. Gebruik een stuk krimpkous of rubber slang om een dreg aan het einde van je onderlijn te bevestigen. Steek de haakloze steel in het einde van je shad, vlakbij de staart. Zorg ervoor dat het geheel vrij kan bewegen aan je onderlijn, zodat je de exacte inhaak plek in je shad kunt bepalen. Het is belangrijk om de grootte van je dreggen aan te passen aan het formaat van je aas. Normaliter moet de grootte van je dreggen minimaal de breedte van je aas hebben omdat een te kleine dreg er anders toe kan leiden dat een snoek wel je aas grijpt, maar daarbij je haken mist. Dit geldt trouwens niet alleen bij het slepen met grote shads, maar eigenlijk voor alle haak formaten als je naar het formaat van je aas kijkt. Het plaatsen van een extra stinger achter op de shads is pas zinvol bij formaten vanaf zo’n 15 cm. Ik kan niet beloven dat bruut aangevallen shads nu altijd tot “hangers” zullen leiden, maar je aantal missers zullen zeker tot een minimum beperkt worden.

 

Greg werkt als visgids op Lough Allua, County Cork. Hij is regelmatig aanwezig op de Visbeurs in Utrecht en de Visma in Rotterdam om zijn Ierse 'fishing lodge' te promoten. Lough Allua is een 10 kilometer lang meer in County Cork in het zuidwesten van Ierland. Er zijn zes boten en motoren te huur voor € 35,- per dag inclusief brandstof. Een vergunning is niet vereist. Er is geen gesloten tijd, dus er kan het gehele jaar op snoek gevist worden. Een gids voor de eerste dag wordt aangeraden voor zo'n groot meer. Een visgids voor één dag voor twee personen kost € 80,--. De 'lodge' is dichtbij het meer. Je kunt een huisje met rieten dak huren voor € 15 per persoon per nacht.

 

 

Greg Latour

Tir na Spideoga Fishing lodge

Inchigeelagh

County Cork

Ierland

Tel.: 00353(0)26-47151

irishpike@gmail.com

www.pike-fishing-ireland.com

Deel deze pagina