Visvakanties; hoogtepunten èn dieptepunten
01-12-2014 |
Artikelen |
Buitenland |
Schrijver: Ingmar Boersma
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het blad “De Hengelsport” van HSV Zwolle in 2003.
In de afgelopen jaren mensen, heb ik u regelmatig deelgenoot gemaakt van mijn visavonturen in den vreemde. Met name mijn tropische verrassingen waren bijzonder en onverwacht succesvol. Dat het soms goed, maar soms ook minder goed gaat zal eenieder van u wellicht bekend in de oren klinken. Het is immers in eigen land vaak al moeilijk zat om de vis te foppen, laat staan dat je dat lukt op een onbekend water in een onbekend land met onbekende vissen.
In dat verband laat ik graag een kort relaas passeren van twee korte vistrips die ik onlangs maakte binnen en ver buiten Europa.
Cornwall
In september reisde ik af naar Cornwall in Zuid Engeland. In een eerdere editie van dit blad berichtte ik daarover al en kondigde toen aan dat ik daarop terug zou komen. Welaan, nu is het daarvoor de tijd. De bedoeling van deze trip was om op de wrakken en riffen te vissen maar vooral ook om de daar nog redelijk aanwezige neushaaien te vangen.
De reis naar Cornwall is behoorlijk lang. ’s Ochtends vroeg vaar je over vanuit Hoek Van Holland met de zogenaamde Fast Ferry die je in ongeveer 3,5 uur naar Harwich stoomt. Daar aangekomen stond een touringcar voor ons klaar die ons de rest van de dag in zijn greep hield. Net zo’n beetje na etenstijd kwamen we aan in het Guesthouse in Cornwall. Het guesthouse is niet superluxe, maar wel goed verzorgd en daar gaat het om. Je zit immers overdag op het water. Vanaf de volgende dag zouden we vijf dagen op zee zijn met een tweetal goede visboten. De ene is wat sneller en tevens wat kleiner. De andere, die dus wat groter is gaat minder hard. Kiezen dus en overleggen onderling. Direkt op de eerste ochtend eerst even makrelen vangen als aas en toen een werkelijk fantastische happening. Waanzinnig veel dolfijnen zwommen plotseling rond onze boot. Nu heb ik best tijdens mijn inmiddels toch al wel vele vistrips wat dolfijnen rond de boot gezien, maar meer dan 60(!!!) stuks had ik ook nog niet eerder meegemaakt! Tjonge wat een belevenis!
Visserij
De visserij bestaat dus zoals gezegd uit wrak- en rifvisserij. Om direkt maar met de deur in huis te vallen: De neushaaivisserij is niks geworden, dus beperk ik me tot eerstgenoemde visserijen. Tijdens het rifvissen ligt de boot niet voor anker, maar drift op wind en stroom over een veelbelovend rif heen. Je vist eigenlijk vrij simpel met een hoekafhouder, enkele haak of als je dat wilt met een paternostersysteem. Als aas kun je natuurlijk aas gebruiken zoal stukjes makreel, wormen, maar zeker ook kunstaas als pilkers en/of imitatie zandalen. De vangst kan divers zijn en bestond bij ons voornamelijk uit pollak en leng. Geen superformaten, maar wel leuke vis. De volgens mij èchte visserij daar ter plaatse is het wrakvissen. Dit is werkelijk het betere ragwerk. De boot wordt bij of soms bijna bovenop een goed bekend staand wrak geankerd. Als de schipper het sein geeft gaan de lijnen overboord en dan kan het feest beginnen. Op de wrakken kan alleen in de uren rond zogenaamd “dood tij” worden gevist. De tijd dus dat het tij min of meer stilstaat omdat het van eb in vloed overgaat of omgekeerd. In die tijd heb je dus de minste last van stroming en dan komt de vis eerder uit het wrak zetten om nu juist jouw aasje te grijpen. Aasje….. Nou ja, je vist op grote jetsers dus gebruik je ook AAS! Een halve makreel is niets bijzonders, een hele komt meer in de buurt. Waar we op vissen is GROTE vis oftewel dikke gullen of liefst kabeljauwen, vette lengen, maar vooral, vooral vrienden…… de congeraal! Machtig wat een vette vissen zijn dat. Ik heb er een paar gepakt, de eersten in mijn leven, maar ik begrijp eerlijk gezegd niet helemaal waarom die beesten in hun naam het woordje aal hebben meegekregen. Alleen hun taaiheid heeft iets van aal weg, maar de rest is volgens mij compleet anders. Ja inderdaad, ze zijn langgerekt maar toch…..

Techniek
De techniek is simpel: Op de lijn schuif je een forse hoekafhouder met daarvoor een forse kraal. Dan knoop je aan het einde van de lijn een wartel waaraan je onderlijn komt. Het loodgewicht is erg fors en afhankelijk van diepte en toch nog aanwezige stroming. Mensen eerlijk waar, op een gegeven moment stond één der medevissers met 950 gram(!!!) lood te smijten en nog bleef zijn handeltje niet bij het wrak. Toen de stroom er echt helemaal uit was hield het zaakje pas goed. Als onderlijn gebruikte ik een zeer dikke nylonlijn met een forse 9/0 haak eraan. Zo eentje die ook dienst doet als haaienonderlijn. Op die haak dus zoals gezegd een halve of hele makreel en daar gaat ‘ie. Laten zakken totdat je bodem- of wrakkontakt hebt en dan direkt dicht met die beugel. Dat brengt me op de molen. Voor dit werk kun je eigenlijk veel beter een reel gebruiken. Ik had zelf een Shimano reel met een zogenaamde Leverdrag. Dat betekent dat de slip met een handle en niet met zo’n bekende stervormige schijf wordt geregeld. Bijregelen tijdens de dril is dan veel handiger. Als hengel had ik een Sportex blank van 50 lbs. Perfekte stok voor dit soort werk, want de hengel weegt van zichzelf praktisch niks en is desondanks beresterk. Dit zaakje gecompleteerd met 50 lbs. Dyneema en natuurlijk het onderlijnsysteem dat ik zojuist besprak. Maar goed, we hadden dus kontakt met wrak of bodem en hadden de vrijloop van de reel of molen gesloten. Nu af en toe een beetje op en neer tikken van het aas en als je beet hebt voel je dat vanzelf aan het rukken aan de hengel. En nu is het werkelijk DROP OF DRONDER! Zodra je een aanbeet voelt ram je de hengel omhoog, knalt de slip helemaal dicht en begint, zeker de eerste meters als een bezetene te pompen. Het is zaak dat je de vis – en zeker de congeraal – zo snel mogelijk van het wrak weg krijgt. Daartoe is grof geweld noodzakelijk, vandaar dat je een forse uitrusting nodig hebt. Als de vis eenmaal buiten het bereik van het wrak is, laat ook een forse congeraal zich aan dit materiaal best binnendrillen, maar owee als hij zijn staart aan het wrak weet te haken. Dan ben je een hele Piet als je ‘m los krijgt. Diverse congers werden op die manier dan ook door ons verspeeld. Ik ving er zelf drie op een dag, waarvan de op één na grootste. De grootste van die dag was echt een monstervis die wel zo’n twee meter lang en 40 pond zwaar was, maar mijn grootste mocht er ook zijn! Je moet er van houden, maar zoals gezegd is dit dus het betere ragwerk. Toch heeft het wrakvissen bij mij veruit de voorkeur boven het rifvissen. De vangsten op de wrakken zijn beter en de vis is forser. Daar staat tegenover dat de vistijd beperkt is omdat je met het tij rekening moet houden. Ook is verspelen van vis en/of materiaal zeker niet denkbeeldig. Tijdens het wrakvissen kwam naast conger ook nog de zogenaamde Tope oftewel Ruwe Haai naar voren. Reisbegeleider Simon liet ons hierbij getuige zijn van zijn nieuwe persoonlijke Ruwe Haai Record.
Een stevige onderlijn voor de visserij op conger

Informatie
Wanneer u na het lezen van dit relaas de kriebels krijgt en wellicht geïnteresseerd bent om eens in Cornwall een poging te wagen, neem dan eens kontakt op met Tight Lines Visreizen. Bel met 0180 – 434788 of kijk op
www.tightlines.nl
(note in 2014 op publicatiedatum
www.visgids.nl: Inmiddels heeft Tight Lines Visreizen deze bestemming helaas niet meer in het programma. Wel kunt u bij hen terecht voor vele uitstekende alternatieven!).
Mindere big game ervaring
In eerdere edities maakte ik u zoals gezegd al deelgenoot van prachtige en zeer succesvolle vistrips in de tropen. Dit tijdens het zogenaamde biggame vissen. Welnu vrienden, in november was ik met vrouwlief in Maleisië en natuurlijk kon ik het vissen daar ook niet laten. Ondanks twee pogingen mijnerzijds moet ik bekennen dat ik alleen tijdens het bodemvissen gedurende een paar uurtjes enige miserabele visjes naar boven wist te krijgen. Deze hadden het formaat aasvis en da’s niet echt bijzonder aan 70/00 handlijn. Ik viste ook een dag met een fraai uitgedoste biggame boot op de Zuid Chinese Zee, maar buiten dat het werkelijk bloedverziekend heet was vingen we totaal niets, nee, hadden zelfs geen enkele aanbeet. Dat het dus ook elders niet altijd feest is blijkt maar weer eens. Ik was een ervaring rijker en een ilusie en de nodige Euro’s armer. Toch moet ik wel zeggen dat het altijd heerlijk is in de tropen op het water te zijn. Daarnaast: Als je het niet probeert weet je zeker dat het niet lukt. Evengoed kun je onverwacht erg veel vis vangen, getuige mijn eerdere pogingen op de Seychellen, maar dat is dan ook een topstek.
