Hoofdzaak is, lijnbreuk vermijden

16-09-2010 | Artikelen | Roofvis | Schrijver: Johnny Schots
schots092010_thumb_204x120Wie al slepend (trollen) vist kan er best voor zorgen dat zijn visdraad, onderlijntjes en speldwartels sterk genoeg zijn om onder de meest uiteenlopende omstandigheden lijnbreuk te vermijden. Bij slepend vissen gebeurt het regelmatig dat je kunstaas plots ergens achter een obstakel blijft hangen en vast komt te zitten. Staat de slip van je molen of reel dan te strak dan is lijnbreuk niet ondenkbaar en je kostbaar kunstaas staat voor altijd op de bodem geparkeerd.



Niet alleen zijn sommige van die dingen erg prijzig maar het kan ook zijn dat dit nou net jou best vangende plug was die daar verloren gaat. Bij een voldoende sterke montage zal dit niet zo snel gebeuren en kan men makkelijk het aas recupereren door even  terug te varen en in tegenovergestelde richting wat druk uit te oefenen waardoor het los komt. Lukt dat niet dan kan een kunstaas redder mogelijk nog voor een goede afloop zorgen.  De stalen onderlijntjes alsook de speldwartels dienen dus ook voldoende stevig en van goede kwaliteit te zijn en in verhouding te staan tot de visdraad wil men niet alsnog verlies lijden. In de praktijk heb ik al meermaals opgemerkt dat daar niet altijd genoeg aandacht aan wordt besteed, vooral nieuwkomers gebruiken soms kant en klare onderlijntjes waarbij ik mijn bedenkingen heb.

Ook onder andere omstandigheden kan men beter een te grote dan een te kleine diameter van visdraad en onderlijn gebruiken. Laatst hoorde ik nog iemand zeggen “ ik vis liefst zo licht mogelijk om de vis fair te bekampen en de vis zo ook een kans te geven”. De vis ook een kans geven….?, dat hij er door lijnbreuk vandoor gaat met je kunstaas in zijn bek, waar is dat goed voor. Niet alleen gaat je geldbeugel weer open maar tevens is de kans groot dat de vis met dat hebbeding in zijn bek blijft rondzwemmen. Kan hij zich niet ontdoen van het aas, dan is de kans groot dat een langzame hongersdood zijn lot is. Vorig visseizoen heb ik gelukkig een (magere) metersnoek van zo’n wisse dood kunnen redden. Was het een laatste wanhoopspoging om te eten of was het agressie waardoor  de snoek mijn kunstaas greep, ik weet het niet maar feit is achter in de bek van deze snoek zat een enorme bull dawg die de toegang tot zijn maag versperde. Na eerst mijn shad te hebben verwijderd kon ik de dreggen doorknippen en het aas er uit halen. Bleek deze reuze bull dawg  gemonteerd te zijn op een stalen onderlijntje dat nauwelijks voldoende was om een stevig uit de kluiten gewassen snoekbaars te weerstaan, het staaldraadje  was afgebroken op de plaats waar waarschijnlijk de sleeve (klembusje) heeft gezeten. Dit was dus helemaal niet zoals het moet. Wat ik ook tegen kom zijn kunstaasjes op de zijkant of in de bek van een snoek, waar geen stalen onderlijntje aan vast zit. Vele snoekbaars vissers zeggen dat dit onderlijntje te veel de actie van het kunstaas beïnvloed en ze dus zonder vissen, weer anderen zeggen ”ik vis toch maar op baars”.  Ik vind dit dom en onverantwoord, de snoek ziet het verschil niet en het bekomt hem meestal slecht wanneer lijnbreuk het gevolg is.

schots2

Voor het slepend vissen gebruik ik gevlochten draad van 0,33 mm diameter en een trekkracht van 29,5 kg ( nooit minder dan 0,30 mm diameter) met een stalen onderlijn en speldwartel in verhouding. Soms word mij lachend gevraagd of ik op haaien vis, laat ze maar lachen ik weet wel beter. Hoewel ik gericht op grote snoek vis, grijpt ook kleine snoek geregeld mijn kunstvis ook wanneer ik kleiner aas monteer, dus de aantrekkingskracht van het kunstaas word hierdoor niet of nauwelijks beïnvloed waarom zou ik dan anders te werk gaan. Al werpend gebruik ik een kleinere diameter ( werpt iets makkelijker) maar dan in combinatie met een lichtere hengel  en reel of molen en met een zoals altijd goed afgestelde slip. Voor baars ben ik nog fijner ingesteld maar steeds met een stalen onderlijntje en laat de snoek dan maar voor de verrassing zorgen.

schots4

Thuis ga ik na elke visdag na of alles nog oke is, geen kapot topoogje, geen rafeltjes op je lijn, geen gekrulde stalen onderlijn, geen kromme dreggen  enz., bij de minste twijfel vervangen. Ik doe dit zodat ik dan rustig de tijd hebt om nieuw materiaal te kopen indien nodig. Ook tijdens de visdag na het vangen van een (grote) snoek controleer ik of alle nog in perfecte staat verkeerd zodat ook de volgende snoek veilig kan worden geland. Wat ik bedoel is, zorg er voor dat de kans op lijnbreuk steeds miniem is zodat je rustiger een vis kunt drillen zonder angst. Dat je af en toe toch een vis verspeeld tijdens de dril hoort bij onze sport, als het maar gebeurt zonder verlies van je shad, plug of wat dan ook. Hou dit steeds in je achterhoofd en je spaart niet alleen geld uit maar ook het snoekbestand wordt er beter van.

Vis niet te licht en vang ze, Johnny Schots.

Deel deze pagina